Text preview for : KTV installatie.pdf part of Philips Installatie door dealer Installatie van een Philips kleurentelevisie ontvanger september 1968 code nr. 4822 727 10205



Back to : KTV installatie.pdf | Home

.,e.
. , . I

:' .:i..:y-: 2
,

%-

I INSTALLATIE VAN EEN .PHILIPS KLEURENTELEVISIE ONTVANGER

INSTALLATIE VAN EEN PHILIPS KLEURENTELEVISIE ONTVANGER

SAMENGESTELD DOOR: N.V. PHILIPS GLOEI LAMPENFABRIEKEN. CENTRALE SERVICE, SEPTEMBER 1968.

2

DE BESTE VOLGORDE

WAAR moet de ontvanger staan ?

zijn de NETA~NSLUITING de ANTENNE in orde ? en KANALENKIEZER instellen en BEELD controleren

I 8

. .

BEELD goed.

Zijn er KLEURVLEKKEN in het beeld ? (KLEURZUIVERHEID) NEEN

Zijn er KLEURRANDENin het beeld ?

.

NEEN

I
. .
JA

3
5

7
T 42
9
1

BEELD-AFWIJKINGEN

I
I

a

I Correctie van de KLEURZUIVERHEID
(CONVERGENTIE) JA

10

15

Correctie van de CONVERGENTIE (GRIJSSCHAAL)

I

16

Heeft het

WIT^^ iuiste KLEURTINT ?

27 29
32

Wat moet de KLANT weten ? Service hulpmiddelen

I

WAT IS KLEURENTELEVISIE ?

33

P -

=

Pak de ontvanyer uit volgens de aanwijzinyen op de binnenzijde van het deksel van de doos SLUlT DE ONTVANGER NOG NlET AAN OP HET NET Bepaal de beste plaats IN YVERLEG MET DE KLANT De beste kijkafstand is 2 112 A 3 meter

Vermijdt spiegelin@%n

Verm~jdt magnetische velden (Luidspreken, universeelmeters, etc.)

Plaats de ontvanger niet precies op de gekozen plaats, rnaar ca. 60 crn recht ervoor. Hierdoor k u n t U tijdens het controleren overal goed bij zonder het toestel te verplaatsen. Maak de kamer enigszins donker om de beeld-controles goed te kunnen uitvoeren.

Controleer of de huisinstallatie gezekerd is bij220V met10A bij 110V met 2 0 A

Komt de NETSPANNING overeen met die van de ontvanger ?

'-

I

Is de wandcontactdoos in goede staat 7
-I ?

I

:-=:

l

b
6

q

-

~
.

Na het inschakelen magde ontvanger NlET MEER UITGESCHAKELD worden voordat alle controles en eventuele instellingen uitgevoerd zijn.: 5

-d

Zorg daarom EERST voor een tweede wandcontactdoos voor de KLEUREN PATROON GENE RATOR * of gebruik een netsnoer met verdeelblok.

..

I

.

Het gebruik van een SCHEIDINGS TRANSFORMATOR wordt aanbevolen, omdat deze het tussentijdse uitschakelen van de ontvanger onnodig maakt, als bij het openen de ontvanger blijkt, dat er spanning op het chassis staat.

Zie blz. 32 voor service hulpmiddelen.

IS DE ANTENNE-INSTALLATIE

I N ORDE ?

Controleer de ontvanger ZONDER ANTENNE

Op het beeldscherm verschijnt "sneeuw"
Uit de luidspreker komt sterke "ruis"

zo niet: De ontvanger isdefect

Controleer de ontvanger MET ANTENNE en stem af op een zender

Op het beeldscherm verschijnt EEN BEELD
Uit de luidspreker kornt GELUID

KANALENKIEZER instellen en BEELD controleren

-

@

Stel de DRUKTOETSEN van de kanalenkiezer af op de te ontvangen zenders in een door de klant gewenste volgorde. Stet voor zenders die N IET "in de lucht" zijn, het BANDBEREI K en het kanaal GLOBAAL in. Stem z6 af, dat de dunne VERTICALE lijntjes ZO SCHERP MOGELIJK zijn.

rn

I

zo scherp mogelijk
.,ff
n?

w:v;
v-,

.' -

p

..re
**
zo scherp mogel ij k

Controleei

BEE LDHOOGTE (zijn er donkere randen boven of onder ? )

CENTRERING (staat het beeld in het midden ? ) Alles is goed: Zijn er STORENDE afwiikingen:

FOCUSERING (is het beeld overal scherp ? )

-

9.
,

e

Zijn er KLEURVLEKKEN in het beeld ? (kleurzuiverheid)

Voor deze en volgende controles moet de ontvanger ca. 20 minuten onafgebroken ingeschakeld zijn, met de HELDERHEIDS REGELAAR zoveel, mogelijkop

.

I

Kieseen kanaal waarop alleen "SNEEUW" zichtbaar is, of verwijder de i p e HELDERHEIDSREGELAAR op

nne.

MAXIMUM^'^;.^^.'^^
.

De CONTRASTREGELAAR zodanig dat de ruis nog juist te zien is ! :.

-

3. In de RUlS koinen hrnderlijke KLEURVLEKKEN voor

,

r

'

.

I

i

KLEURVLEKFEN voor.
ki
I

De kleurzuiverheid is goed

-

Voer een antenne signaal toe

<,

Convergentie wijkt weinig of niet af: Corrigeer de KLEURZUIVERHEID

4
via 1 1

CONVERGENTIE wijkt zeer sterk af Stel eerst globaal de statische'convergentie in (zie blz. 16 en 17) alvorens de kleurzuiverheid te corrigeren

I

Wat te doen bij het OPENEN van de ontvanger ?
Voor het corrigeren van de CONVERGENTIE en de KLEURZUIVERHEID bevinden de regelorganen zich I N de ontvanger en moet de achterwand weggenomen worden. .7

-

--I

I.

1

Verwijder de ACHTERWAND van de ontvanger, zonder daarbij de netspanning uit te schakelen. Wees voorzichtig, want er liggen nu spanningvoerende delen ongeisoleerd. 4SSIS aanwezig is. Controleer met epn NEONTESTER of er spanning op het

- t - ".. , . a , k Zo NEEN: a Voor de CONVERGENTIE (statisch)
1 : :
I

Voor de KLEURZUIVERHEID * .
v

.

*-

--

i

Voor de CONVERGENTIE (dynamisch) In sommige gevallen is het nodig, het chassis open te klappen. 4 Hiertoe moeten tweei P.V.C. st iften worder verwijderd.
*L

,*

. - . I';c 3

.,..

.

, L

I

I
Er i s spanning op het chdsis aanwezig
Het is nu uit. het oogpunt an VEI LIGHEID noodzakelijk te handelen als volgt:

pq *,c$&.:*>>.
_
,.$$~~~;:$j:.~>. -... ; .. . , ,+ :..: . .....l+...) :;.:).4Y.h<-. , ..:. . ..* 4,. .....^... $ .

Y

i

K~:;;;~g2$:,q$&!
.p:, *,;.

..

3 pt: ...
:::.:..<>, .......,.,.. . ....%..* :

< %, : . + <:l.?:>, . .: : . . .

3. Schakel de ontvanger U T
4. Draai de NETSTEKER pm

1

5. WACHT ca. 2 minuten

1.

6. Schakel de ontvanger w4er I N

7. lndien er nu n6g sbanning op het chassis aanwezig is, MOET een SCHElDlNGl
TRANSFORMATOR 8. WACHT ca 1 minuut

'gebruikt worden.
1

9. Regel de H E L D E R H E I en het CONTRAST ~
. ; -. 10. Ga verder ob pag. 11 b i j " ~ o E E N " d rlmC~8 N

* Zie blz. 32 voor service ulpmiddelen.

f

-

u u l r ae KLEUREN PATROON GENERA

KLEUREN PATROON GENERATOR

~ l a a t s SPl EGEL voor het beeldscherrn een Schakel knop B van de KLEUREN PATRO BOOG-PATROON Er ontstaat nu een z.g. "BLANK RASTER". --

-

,

V T .
- L _ .

I F

8

-

.

VLEUGELMOEREN

d
1
vrij van kleurvlekken is Draai de VLEUGELMOEREN weer vast zonder de afbuigunit daarbij te versc ven . I

-

14

a

Resultaat:

De KLEURZU~VERHEID is nu goed: Controleer nu de CONVERGENTIE:

.
De KLEURVLEKKEN blijven:

,

.--

Het corrigeren van de CONVERGENTIE (statisch) Sluit de.KLEUREN PATROON GENERATOR* aan op de UHF-ingang van de ontvanger. A - 600 MHz B - RUIT-patroon C -Stand 5 Stem de ontvanger af o,p dit signaal (UHF-kan. 40). De ontvanger is correct afgestemd als de verticale lijnen iets meer helderheid vertonen dan de horizontale. Schakel knop B van de KLEUREN PATROON GENERATOR* op PUNTENpatroon: Als de drie kleurstippen IN HET MIDDEN VAN HET BEELD nauwkeurig op elkaar liggen:

Als de drie kleurstippen IN HET MIDDEN VAN HET BEELD NlET nauwkeurig op elkaar liggen: Corrigeer de STATISCHE CONVERGENTIE:

Een handig hulpmiddel hierbij is de spiegeldoos *

Plak deze knoppen desnoods af met plakband,

Breng met de rnagneten M r en Mg de rode en groene beeldscherm, op elkaar. Er ontstaat dan een gele stip

0

Schakel "blauw"

0

Breng met magneet M b de

of naast de gele verplaatsingl Stip wordt wit.

Herhaal eventueel de gehele procedure (De instellingen beinvloedenkl kaar ietsS:

Klap het CHASSIS open. Schroef het bevestigingsboutjevan de CONVERGENT1EDOOS 10s en neem de doos u i t de ontvanger. Maak de kabel van de convergentiedoos NOOlT 10s van de beeldbuis, om kortsluiting met de hoogspanningskap van de beeldbuis te Plaats de convergentiedoos bbvenop de ontvanger (Bescherm de kast tegen beschadiging ! 1. Leg de CONVERGENTIEKAART die zich in dit boekje bevindt over de knoppen van de convergentiedoos. Voor het GEBR uI K van deze kaart zie: Schakel de kleurenpatroongenerator* op RUIT-patroon. Schakel het "blauw" uit d.m.v. Sk7. Draai schakelaar A m.b.v. een schroevendraaier rechtsom of neem de banaansteker uit de stekerbus, afhankelijk van het type ontvanger.

'. . '

I

lndien de middelste horizontale rode en groene lijn elkaar KRUISEN, regel dan de kern van S667 tot . de lijnen elkaar NlET meer kfuisen. Draai schakelaar A linksom of breng de banaansteker weer in de stekerbus,

V66r de

,

HET CORRIGEREN V A N D E CONVERGENTIE (dynamisch)

I

Klap het CHASSIS open. Schroef het bevestigingsboutje van de CONVERGENT1EDOOS 10s en neem de doos u i t de ontvanger. Maak de kabel van de convergentiedoos NOOIT 10s van de beeldbuis, o m kortsluiting met de hoogspanningskap van de beeldbuis te voorkomen. Plaats de convergentiedoos bovenop de ontvanger (Bescherm de kast tegen beschadiging ! 1. Leg de CONVERGENTIEKAART die zich i n d i t boekje bevindt over de knoppen van de convergentiedoos. Voor het GEBR ul K van deze kaart zie: Schakel de kleurenpatroongeneratorYop R U IT-patroon. Schakel het "blauw" u i t d.m.v. Sk7. Draai schakelaar A m.b.v. een schroevendraaier rechtsom of neem de banaansteker u i t de stekerbus, afhankelijk van het type ontvanger.

.

I

I

I
lndien de middelste horizontale rode en clroene liin elkaar KRUISEN, regel dan de kern vanS667 t i t de lijnen elkaar N I ET meer kruisen. Draai schakelasr A linksom of breng de binaansteker weer in de stekerbus. .

.rde

r

-.'
I
inL"ing

I
Na de inste

HET GEBRUlK VAN DE CONVERGENTIEKAART
Op deze kaart zijn de instelknoppen genummerd van 1 tot en met 15 Deze 15 knoppen zijn in 7 vakken verdeeld De rode cijfers geven de volgorde van de handelingen aan Bij elk rood cijfer is door middel van een figuur aangegeven WAT ingesteld moet worden Staat het rode cijfer in een vak, dan verricht men de aangegeven handeling m t de knoppen in dat vak Regel zoveel mogelijk twee knoppen tegelijk. Gebruik dus beide handen Na enige oefening kan men de gehele CONVERGENT1E-instelling uitvoere met behulp van de CONVERGENTIEKAART, zonder de uitgebreide beschrijving in dit boekje.

I

BELANGRIJK: Het heeft geen nut, bij STERKE CONVERGENTIEAFWIJKINGEN, reeds de eersi keer erg nauwkeurig in te stellen De instellingen beiinvloeden elkaar narnelijk. Begin daarorn met de.gehele procedure GROF uit te voeren. Herhaal daarna c procedure BBn of twee maal, waarbij, NAUWKEURIG ingesteld wordt. Begin met 1 blz. 19,

I
MIDDEN VAN HET BEELDSCHERM

Schakel de kleurenpatroongeneratorop PUNTENpatroon Breng de rode en groene stip - IN HET MIDDEN VAN HET BEELDSCHERM - op elkaar m.b.v. dc magneten Mr en Mg
.

V66r de instellins

Schakel de kleurenpatroongenerator op RUITpatroon Regel de knoppen 8 en 11 Voor de twee MIDDELSTE HORIZONTALE LIJNEN moeten rood en groen op elkaar vallen of parallel lopen
MIDDELSTE HORIZONTALE LIJNEN

I
NB
de instelling

Met PARALLEL lopen wordt hier bedoeld, dat een gekleurde lijn overal aan dezelfde kant en op gelijke afstand van de andere gekleurde lijn loopt.

Regel de knoppen 1 en 4 Voor de twee MIDDELSTE VERTICALE LIJNEN moeten rood en groen op elkaar vallen of parallel lopen

j D E LSTE VERTICALE LIJNEN

Regel de knoppen 2 en 5 Voor de HORIZONTALE ,LIJNSTUKJES die zich bevinden tussen de twee MIDDELSTE VERTICALE LIJNEN rnoeten rood en groen op elkaar valien of parallel lopen

I
V M r de instelling

'

NB de instelling

i

-

Regel de knoppen 7 en 1 0

VoordeVERTlCALE L I J N S T U K J E S ~ ~ ~ Z ~ C ~ ~ ~ vinden tussen de wee MIDDELSTE HORIZON. TALE Ll JNEN moeten rood en groen op elkaa~ vallen of parallel lopen
VERTICALE LIJNSTUKJES
de instelling

-p! -s

1

Schakel de kleurenpatroongenerator op PUNTENpatroon Breng de rode en groene stip - I N HET MIDDEN VAN HET BEELDSCHERM - op elkaar m.b.v. de magneten Mr en Mg
V6(

MIDDEN VAN HET BEELDSCHERM

-

I

I
I

-

-

-I

4

24

u

-

>

.

d

w

&

Schakel de kleurenpatroongenerator op RUI patroon Regel de knoppen 9, 12 en 15

Schakel het blauw weer in d.m.v. Sk7 (rechtsom)

Yei!liLk I I
Voor de ~nstelling

m

1

-

L

I

Voor de twee MIDDELSTE HORIZONTALE LIJNEN moeten blauw en gee1 op elkaar vallen of parallel lopen

4
7

II

i
I,

w -9
r L

Regel de knoppen 3 en 6 Voor de HORIZONTALE LIJNSTUKJES die zich bevinden tussen de twee MI DDELSTEVERTICALE L lJNEN moeten blauw en gee1 op elkaar vallen of parallel lopen
!-lORlZONTALE LlJNSTUKJES

IK R1 J
NBde installing

~-2

b*

i

a

I
NB de
instelling

patroon Breng de blauwe stip op de gele - IN HET MIDDEN VAN HET BEELDSCHERM_- m.b.v. de magneten Mb en MI

' I
V66r de ~nstell Na de instelling Voor de instelling

Schakel de kleurenp patroon Regel de knoppen 13 en 14 Voor de VERTICALE LIJNSTUKJES die zich bevinden tussen de twee MIDDELSTE HORIZON TALE LIJNEN moeten blauw en gee1 op elkaar vallen of parallel lopen lndien dit niet lukt, kan schakelaar Sk 10 (vak 11) omgeschakeld worden waarna knop 13 en 14 op.nieuw ingesteld moeten worden.

I
h- -- ...- . ....., -

I

Schakel de kleurenpatroongenerator op PUNTENpatroon Breng de blauwe stip op de gele - IN HET MIDDEN VAN HET BEELDSCHERM - met behulp van de magneten, Mb en MI.

I
\

N1 de instelling

Controleer het resultaat Kleine convergentieafwijkingen in de HOEKEN en langs de RANDEN zijn toegestaan Deze zijn op normale kijkafstand niet storend Als de 'convergentie nog niet goed is, herhaal dan de procedure vanaf blz. 19.1

Stem de ontvanger af op een "zwart-wit" zender of schakel in geval van een kleuren-uitzendingde kleumn uit door middel van de kleurlzwart-wit schakelaar. - , -, Draai de HELDERHEIDSREGELAAR op MAXIMUM Controleer de kleurindruk van het beeld:

.

,

bij "zwart-wit" uitzending iets (bij kleurenuitzending iets

Draai de helderheidsregelaar LANGZAAM naar MI N IMUM De kleurtint van het "zwart-wit"-beeld mag hierbij nagenoeg niet veranderen Verandert de kleurtint dan kan dit Te paars Teveel blauw

.

J

Te aroen Controleer dan nogmaals of de kleurtint nagenoeg gelijk blijft bij maximale en minimale helderheid Het wit heeft de juiste kleurtint :

-

Zo niet:
,

'

'

..

.

.
,

.

WAT MOET DE KLANT WETEN ?

"Gebruik " van de gebruiksaanwijzing
Voor het verkrijgen van.een goede B E E L D K W A L I T E I T is het zeer belangrijk d a t de klant de KTV-ontvanger op de juiste manier bedient H e t "alleen rnaar eens doorlezen" van de gebruiksaanwijzing is ABSOLUUT O N V O L D O E N D E

Het bedienen vraagt oefening

O m n u het meeste effect u i t E E N OEFENING te verkrijgen is begeleiding noodzakelijk.

KLANTEN OEFENING
Schakel het apparaat i n en laat de klant zien welk effect: de bedieningsknoppen verkeerde antenneaansluiting hebben o p de beeldkwaliteit. Laat de k lant b i j deze demonstratie steeds "meedoen" o m "bedieningservaring" te krijgen. Laat na d i t "knoppenspel" de klant het apparaat goed instellen. Corrigeer O N M I D D E L L I J K wanneer de klant een f o u t maakt.

Ontregel diverse instellingen zoals: helderheid contrast kanalen kiezer fijnafstemming kleu~erzadiging kleurtoon kleur z w a r t l w i t schakelaar en laat de klant zelf weer goed instellen.

LAAT ZIEN DAT HET VERSCHIJNEN VAN KLEUREN AFHANKELIJK IS VAN EEN NAUWKEURIGE FIJNAFSTEMMING Toon nu de INSTELKAART en vergelijk de gegevens met de zojuist gedane oefeningen Op de instelkaart is ruimte voor het invullen van WELKE ZENDER BEHOORT BIJ WELKE PROGRAMMA KNOP

Vul dit in en laat de klant (indien mogelijk) diverse programma's kiezen

EEN GOEDE INTRODUCTIE VOORKOMT ONNODIGE HUISBEZOEKEN

ADVI ES: Maak v66r vertrek een afspraak voor een een controle-bezoek na 3 5 4 weken

SERVICE HULPMIDDELEN

Spiegel, afmetingen ca. 25 x 35 cm

Scheidings-transformator 450 V/A minimaal
Spiegeldoos 800/CDV, codenr, 4822 395 90029 Kleuren patroon generator PH l L l PS PM 5507 Convergentiekaart Spanningzoeker codenr. 4822 395 30032 Kleine schroevedraaier ( 2 mm) Normale schroevedraaier (6 mm)

Een kleurenontvanger is zowel geschikt voor: kleurenontvaiigt als zwartlwit ontvangst De ontvanger geeft alle kleuren en kleurschakeringen weer en dus ook zwart en wit.

Hoe werkt het ?

Op normale kijkafstand (ca 3 meter) maakt het beeld een rustige indruk.

'

Dichterbij lijkt het beeld minder rustig.

Door een vergrootglas.blijkr het beeld opgebouwd te zijn uit puntjes.
.I
,

,

'I I ti

6

Deze puntjes zijn over het hele scherm verdeeld in groepjes van drie (2.g. triplets)

Er zijn groene, rode en blauwe puntjes

Deze puntjes kunnen onderling i n lichtsterkte.verschillen Een groepje van drie wordt als een kleur VLAKJE waargenomen. De kleur van d i t vlakje is afhankelijk van de onderlinge Iichtsterkteverhouding

I

Rood

+ groen

= gee1

L

Rood

+ blauw

= purper

I
Groen

+

blauw = cyaan

1 -

Het gehele beeld bestaat dus uit'drie afzonderlijke KLEURBEELDEN: ' een ROOD, een GROEN en een BLAUW, die voor i n s oog sarnenvallen

1
a

Fi.,;&: .

-

Groen, rood en blauw i n eeq bepaalde verhouding geeft WIT Als de lichtsterkte van be drie puntjes TEGELIJK verminderd wordt, da? wordt w i t eerst GRlJS en tenslotte ZWART

n o e Kornen nu a aeze Kleuren op het bee~ascnerrn 1 c

De binnenzijde van het beeldscherm is bedekt met een groot aantal puntjes. Deze puntjes lichten resp. G ROEN, ROOD en BLAUW op als ze getroffen worden door een electronenstraal. De lichtsterkte van elk pyntje is afhankelijk van de hoeveelheid electmnen, die op d i t punt terechtkomt.

O m de lichtsterkte van elke kleur te kunnen varieren hebben de puntjesvan dezelfde kleur hun eigen electronenstraal. Hiervoor zijn i n de hals van de beeldbuis drie electronenkanonnen ingebouwd.

De drie electronenstralen worden gezamenlijk afgebogen. Zij "schrijven" over het beeldscherm en raken iede; groepje van drie puntjes. De afbuiging wordt veroorjaakt door E'EN afbuipunit v w r de DRlE electronenstralen.
& , .

'.k

-

7

Juiste landlng gezlen vanaf voorz~jde

Onjuiste land~ng

Een JUISTE LANDING van iedere electronenstraal op het puntje van de elgen klaur garandeert een "zu~verekleur" DE KLEURZUIVERHEID Ondanks de nauwkeurigheid waarmee de puntjes de kanonnen en het schaduwmasker zijn aangebracht, kan een kleine correctie van de landing noodzakelijk zijn. Dit wordt 0.a. bereikt door een kleine verschuiving van de afbuigunit: DE, KLEURZUIVERHEIDS-INSTELLING

Een onjuiste kleurzuiverheids-instell ing geeft onzuivere kleuren in het kleurenbeeld. Dit is het best te herkennen aan KLEURVLEKKEN in het zwartlwit beeld.
- L

en goed ingestelde kleurzuiverheid kan verstoord wordendoor mag"hische velden BU ITEN de ontvanger, zoals aardmagnetisme, lu.idsprekersof elektri.scheapparaten in de onmiddellijke nabijheid. H& schiduwmasker wordt dan plaatselijk magnetisch. Om deze kleurzuiverheids-verstoring te voorkomen, wordt het schaduwmasker IEDERE KEER BIJ HET INSCHAKELEN automatisch gedemagnetiseerd. Hiervoor zorgt de AUTOMATISCHE DEMAGNETISATIE. Deze demagnetiseert n het schaduwmasker op het moment van inschakelen ' - minder dani & sec. In die korte tijd is namelijk een weereland verhit, waardoor -- jemagnetisatie ophoudt. . De weerstand BLIJFT warm, zolang de ontvanger ingeschakeld is. Pas NA uitschakelen begint de weerstand af te koelen. Dit afkoelen duurt - 10 min. t

i
Bij iedere verplaatsing is er kans op bai'nvloeding van de kleurzuiverheid als gevolg van aard-magnetisme. Verplaats de-gntvanger daarom NOOlT in ingeschakelde toestand, omdat de ontvanger pas weer gedemagnetiseerd wordt bij de eerstvolgende inschakeling van de AFGEKOELDE ontvanger.

il

Kleurvlekken als gevolg van: onjuist ingestelde kleurzuiverheid of niet werkende demagnetisatie

-

De drie elektronenstralen,moeten via Ben gaatje van het schaduwmasker samenkomen op BBn groep van drie kleurpuntjes (samenkomen in &n punt = convergeren);

Als ze NIET op BBn groep samenkomen, vallen de drie kleurBEELDEN niet over elkaar: ze zijn OND~RLING VERSCHOVEN.

.I
I

In het beeld zijn dan hinderlijke kleurRANDEN zichtbaar. Dit zijn CONVER- ,. ~~I(J~l~-afwijkin~en.

Convergentie-afwijkingen worden gecoriigeerd,met:

MAGNETEN om de hats "an de beeldbuis REGELKNOPPEN op de convergentiedoos

u
m

DE WIT-TINT
Omdat de kleur BLAUW helderder li'jkt dan andere kleuren heeft men het beeld van zwartlwit ontvangers een blauwachtige tint gegeven. r ' ~ m - 4 Voor kleuren-ontvangst is deze blauwachtige tint echter onnatuurlijk en ongewenst.

:3i> -

Daarorn is een heel bijzonder kenmerk van PHI LIPS' kleurenontvangers dat zij AUTOMATISCH de tint van het wit aanpassen aa;l de uitzending: blauwachtig voor zwartlwi neutraal voor kleury,

b

4434 ' ) q: 6

,

Een AFWIJKENDE wit-tint kan tijdens het installeren gecorrigeerd worden me'. twee instel-organen.

HANDELINGEN ALLEEN UIT TE VOEREN DOOR EEN KTV TECHNICUS
Instellingen welke niet tot het gewenste resultaat leiden of defecten dienen overgelaten te worden aan een ervaren KTV technicus. Voor deze instellingen en die welke niet in dit boekje zijn vermeld (bijv. lineariteit, beeldhoogte etc.) is het gebruik van de Servicedocumentatie noodzakelijk. Alleen voor de kleurzuiverheid is een meer gedet$lleerde instelwijze opgenomen OP de pagina's T 43, T 44en T 45.

lnstrueer na instelling van de ontvanger de klant zoals omschreven op bladzijde 29.

CORRECTIE VAN DE KLEURZUIVERHEID (yit te voeren door een technicus)
Deze manier van corrigeren mag ALLEEN worden toegepast indien het beslist niet mogelijk is de verheid in te stellen door het verschuiven van de afbuigunit, zoals'beschreven op blz. 13. De ontvanger moet minstens 20 minuten ONAFGEBROKEN ingeschakeld zijn. Controleer de werking van de AUTOMATISCHE DEMAGN ETISATI E :

. .

Meet met een universeelmeter de spanning over R 1128 (0,l - 2,5 Volt). Ontbreekt deze spanning, controleer dan de PTC-weerstand(en1R 1127.

,

Maak de kamer zo donker mogel ijk Stem de ontvanger af op de kieurenpatroongenerator ("RAINBOW") Stel HELDERHEI D en CONTRAST normaal in Schakel de kleurlzwartwit schakelaar in zodat een "BLANK RASTER" verkregen word Schakel blauw en groen uit door middel van SkJ en Sk8 (ONDERSTE knoppen ! ) Plaats een spiegel v06r het beeldscherm.

E

-

Draai de 4 vleugelmoeren van de afbuigunit een weinig 1 s 0

,
*

Schuif de afbuigzichtbaar is.

., -

--r voren of naar achteren, afhankelijk waar het duidelijkst een rode vlek

Breng met de twee KLEURZUIVERHEIDSRINGEN C en D de rode vlek zo goed mogelijk in het midden , - -; \-. van het beeldscherm

-

I

OPMERKING:

,

n.

-.
I ,
A

. .

. . .

Begin met het verdraaibn van beide ringen in dezelfde richting Verdraai daarna zonodig de ene ring t.0.v. de andere (max. 45')
,, -& I

I ?I

4
-

Baat d i t niet, breng de ringen dan weer in de uitgangspositie en doe hetzelfde in tegenovergestelde richting (max. 45' ,

a

Staat de rode vlek in het midden, schuif dan met de afbuigunit totdat het gehele beeldscherm EGAAL rood is; Er mogen nu geen gekleurde vlekken meer zichtbaar zijn. Draai de 4 vleugelmoeren weer vast en schakel blauw en groen weer in (Sk7 en Sk8)
,

I

Controleer het resultaat. Zijn er nog kleurvlekken dan kunnen kleine correcties aangebracht worde met behulp van de afbuigspoel en de kleurzuiverheidsringen. Herhaal e~entueeide gehele instelling. 1 de kleurzuiverheid op deze wijze niet goed te krijgen, pas dan de "LouPE-METHoDE" toe s

.

t

1

.-.

.

.
8 8

- -.

.
>
'-

*,

'

T%$j
I

CORRECTIE VAN DE KLEURZUIVERHEID MET BEHULP V A N EEN LOUPE 800fMLS < I (codenr. 4822 395 90041)
Algemeen: Met de loupe worden de "triplets" van de beeldbuis sterk vergroot bekeken. Hierbij ziet men de triplets 1800 gedraaid ! Door het inschakelen van het lampje ziet men niet alleen het oplichtende gedeelte van de kleur: punten maar 66k het NI ET-oplichtende gedeelte (Fig. 1)

4g
"

a,

.

U

-

g

*

4

Stem de ontvanger af op de kleurenpatroongenerator ("RAINBOW") en schakel de kleur/zwartwit schakelaar in. Plaats de loupe in het midden van k t beeldscherm. Schakel het lampje in en stel de loupe zo scherp mogelijk in Regel met behulp van de kleurzuiverheidsringen t o t de "landing" van de elektronenstraal op de kleurpunten overeen komt met die in figuur 1. De landingen in het midden van het beeldscherrn zijn dan goed. Zijn er n6g kleurvlekken, corrigeer deze dan door alleen de afbuigunit te verschuiven.

'

figuur 2

Lukt dit niet, controleer dan met de loupe de landingen aan de zijkanten en aan de onder- en bovenzijde van het beeldscherm. De landingen mogen hier niet BUITEN de kleurpunten of in de VERKEERDE kleurpunten vallen (fig. 2 en 3). Probeer deze afwijkingen te corrigeren door verschuiving van de afbuigunit Lukt dit niet, verleg dan de landingen in het midden iets door middel van de kleurzuiverheidsringen en herhaal de procedure. De landingen rnogen echter BESLIST NIET buiten de kleurpunten vallen.

I

I I

1

figuur 3

II
!

sl1
r.
I

Aanvulling voor Philips Kleurentelevisie ontvanger X 19K14
De installatie is gelijk aan die roalsomschreve.n in d i t boekje, echter

. --

-

8

-

L

.

- den, zoals bij .
.
r

Een SCHEIDINGSTRANEFORMATORR a l t j d nodig a s de on is

r

.
, ,
- J
1

dynarnische convergent'ie (doch alleen als deze normaal niet goed i n te stellen is).

.

kleurzuiverheids-instelling.

.

Het chassis aan de achterzijde klapt NAAR LINKS i n plaats van naar onder open (na verwijderina van plastic nokken rechts boven en beneden).

3
'

De instelknoppen voor de statische- en dynarnische convergentie bevinden zich aan de VOORZIJDE van de ontvanger. Om deze te bereiken dient de klep A 01 der het beeldscherm verwijderd te worden. Verwijder de klep door de beide pennen met gleuf B aan de onderzijde met een schroevedraaier een halve slag te draaien. Zet om d i t te vergemakkelijken de ontvanger iets over de rand van de tafel.

*

r..
47
II

0 '

Ej STATISCHE C0,NVERGENTlE

I--

-

A m

I 1 Plaats klep A met binnenzijde naar voren v66r de knoppen Schakel kleurpatroongeneratorop PUNTEN PATROON Schakel blauw uit met DRUKITREK schakelaar (B) (de knop NI ET VERDRAAI EN, want dan verandert de wit-instelling) Breng met knoppen 1 .de RODE en GROENE ST1P in het midden van het beeld op el kaar. Er ontstaat dan een gele stip Schakel blauw weer in met drukltrek schakelaar (B) Breng met knoppen 2 de BLAUWE en GELE STIP in het midden van het beeld op elkaar. Er ontstaat dan een witte stip. Controleer en indien nodig, herhaal de gehele procedure. Bevestig klep A weer, na eerst beide pennen B in de oorspron' "jke (evenwijdige)stand gedraaid te hebben .- - . en dan in te drukken.

-$Y,t -

Bij DYNAMISCHE CONVERGENT1E Schakel blauw uit met DRUKITREK schakelaar (B) Ga verder op bladzijde 21 (instelling 3) t/m bladzijde 26 (de RODE cijfers komen overeen met die op het convergentiepaneel) . - .
%
% .

Als de convergentie op deze wijze N I ET GOED in ie stellen is:

.

.

(2.o.z. )

4

I

-1 ' &+a (SCHEIDINGSTRANSFORMATOR niet *.-h--ah Verwijder dan de achterwand
h.L..

.A
I

.

vergeten ! ) ' Schakel S K 13 u i l Schakel blauw uit met drukltrek schakelaar (B) Als de middelste horizontale rode en groene lijn elkaar KRUISEN, regel dan de kern van S604 tot de lijnen el kaar NIET meer kruisen (als instel l ing 1 op bladzijde 19) Schakel SK 13 en blauw weer in Controleer en indieq nodig, herhaal de gehele procedure. , -

I&

Bij afwijkende WIT-TINT (GRIJSSCHAAL)

1
- r i ' -

Volg de procdure van pagina 27, doch in plaats van punt 6 ''Verandert de kleurtint etc.", lees: "Verandert de kleurtint, dan kan dit gecorrigeerd worden met knappen R-G-B op het convergentie-paneel".

I

Plaats van de instel-magneten op de hals van de beeldbuis.

,

. Met de instel-magneten kunnen de kleurstippen verschwen worden, echter alleen in de richting van de pijlen.